15. jul, 2015

Strategisch Spel

'Mam, wist je dat wife carrying op nummer 8 staat van meest extreme sporten?'
Het toefje blonde krul boven het grootse boek der extreme sporten ondermijnt mijn focus. Ongekunsteld, zonder blaam, maar immer irritant.
In gedachten, vanaf mijn IPAD, kijk ik op: 'huh?'
Hij herkent mijn blik. Kijken zonder zien, luisteren zonder verstaan.
Als professionele sporters, feilloos op elkaar ingespeeld, druipt hij af met boek onder de arm.


Op mijn schoot niet meer dan verfrommelde stukjes papier. Billijk flinterdun printpapier met letters en streepjescode. De grijs vervagende inkt herinnert mij dat de cartridge nog steeds vervangen moet worden. Desondanks brengt het uitgeprinte kladje tekst menig kind tot een ware extase. Opent zij poorten van het land der magie, van sprookjes en van vertier. Een vrijkaartje voor de ultieme adrenaline kick, een onvergetelijke dag.


Ik scroll verder in mijn agenda. Ongestoord, in hyper focus.
De planning van de optimale Eftelingdag, een extreme sport an sich.
De training is intensief, naarstig op zoek naar het optimale weekend. Het weekend waarbij vermoedelijk heel Nederland andere plannen heeft. Uitvoerig overleg volgt, een krachtmeting in overtuiging van optimale data en tijdstippen van vertrek.
De aftrap is genomen.


Complexe manoeuvres in de auto. Terwijl de kilometers verstrijken, wordt het aantal te behalen attracties beraamd, effectieve wandelroutes uitgestippeld, eventuele knelpunten ingecalculeerd.
In de rij van de parking volgen nauwgezette instructies voor de oudsten (meteen achter mama aanrennen naar de Droomvlucht), volgen zoete beloftes voor de jongste (als je netjes in de buggy blijft zitten krijg je een snoepje) en volgen heldere orders voor mijn man (jij draagt de rugzak en duwt de buggy).


Bij aankomst controleer ik de uitrusting. De ochtenduren zijn immers het meest rendabel, buitengewoon goed voor de teamspirit.
Water 'check', koek en snoep 'check' , buggy-race-wagentje 'check'. De eerste helft zullen we top scoren!
Echter weigeren de kinderen een luier om te doen, jammer.


Met z'n allen rennen we naar de eerste attractie. Slechts een wachtrij bij de Droomvlucht van 45 minuten!? Naarstig stellen we het plan bij, de aftrap is verkeerd genomen, calculaties zijn onjuist gebleken. Blijkbaar gaat heel Nederland in drukke junimaand, in regen en oververmoeide staat naar de Efteling.


De Fata Morgana valt af, ...maar de race gaat voort.


'Maham, hoe lang moeten we nog wachten?? Mag ik nog een snoepie?'
Peinzend inspecteer ik de lege rugzak. Alreeds voor de eerste attractie is ons voorraadje 'back-up versnaperingen' uitgeput.
Wat nu? Het plan bijstellen lijkt zinloos,.. we zijn genoodzaakt ons op conventionele wijze over te leveren aan het moment.
Mindful in de Efteling.


Na ruim 2 minuten dromen in de Droomvlucht (wat was dat mooi hè jongens?) landen wij enigermate ontgoocheld op het eerste de beste terras.
Hergroeperen onder het genot van een kopje koffie. Echter breekt het zweet mij uit zodra ik op mijn IPhone kijk. Bijna 12:00!
Indien wij 2 uur per attractie dienen in te calculeren en ook nog eens zittend willen lunchen, resten er vandaag maximaal 3 attracties. Ik bijt op mijn nagel en kijk naar de kaart.
'Misschien als we worstenbroodjes-to-go bestellen...??' opper ik lieflijk tegen mijn man.
Er volgt geen reactie, enkel een geërgerde blik. Mijn hoofd begraaf ik in de kaart.


'Jongens, welke attractie vinden jullie het ALLER leukst!?'


De lunchtijd gebruiken we voor overleg en peptalk. De hernieuwde overwinningsstrategie is al gauw bepaald. Op het verkorte wensenlijstjes pronken de Pirana, het Sprookjesbos en de Vliegende Hollander.
Middels de Efteling app stippel ik secuur onze nieuwe route uit. Na enkele minuten van hyper focus zijn we weer 'on track'.
'Ok jongens,' kraai ik opgewekt, 'op naar de Pirana!'
Een high five, een groepshugg and off we go.


Een vermoeiende tweede helft volgt. Drukkende onheil boven het hoofd, vertraagd ons bij iedere stap. De naderende grijze massa weerhoudt ons van onze eindsprint. Honderden mensen dringen en persen, persen zich gedweep samen, sluiten aan -lijdzaam- tussen de houten paden van de Pirana.
Ik verwoord de uitdrukking van ons ieder gezicht.
'Oef, dat zijn wel héél veel mensen...'
Hier en daar instemmend geknik, zonder woorden.
Met hangende hoofden stappen we door, fier ons lot tegemoet.


Mijn hart vult zich met liefde, liefde en saamhorigheid.
Ik ben trots op mijn kinderen, trots dat zij hun kwelling onder ogen zien. Zonder enige strubbeling, zonder opmerkzaam gemopper. Een stevige omarming volgt, samen staan we sterk..deze race gaan wij winnen.


Bij iedere naderende stap wakkert weerstand. Mijn hoofd is jachtig op zoek naar een ontsnapping, een uitweg, een leemte in de opstelling.
'Laten we de zij-ingang van de Bobslee nemen! Dan hoeven we niet lang in de rij te staan.'
Met z'n drieën staan we opgesteld in de 'opvul-rij'. Ik zwaai en lach naar mijn oudste dochter die bij een stel tienerjongens met petjes instapt. Ik zwaai en lach naar mijn zoontje die plaatsneemt naast een dikke dame en ik zwaai en lach wanneer ik instap bij een volstrekt vreemd gezin. Het is doodstil in mijn Bob, gezinsplezier wordt niet gedeeld met infiltranten.


'Zo jongens, zijn we in ieder geval in de Bobslee geweest!' probeer ik opgewekt, 'op naar de Vliegende Hollander..'
Met vertrouwde kaart in handen stap ik verzekerd richting achtbaan.
'Ik vind je zo onrustig,' fluistert manlief in mijn oor.
Mijn verontwaardigde blik begraaf ik ongemerkt in de kaart.
Heimelijk in mijn hoofd formuleer ik rap mijn nieuwe spelstrategie: rustig blijven, in onopvallende snellooppas via de Vliegende Hollander naar het Sprookjesbos, op tijd plassen en zo nu en dan glimlachen naar mijn man.
Zo loods ik dit team ontspannen door de match.

 

Ook de Vliegende Hollander is een drama. Het lijkt nog nooit zo druk geweest.
'Ik ga echt geen uur in de rij staan hoor mam!' beklaagt mijn zoontje.
'Ja, maar.., dan kunnen we nergens in!?' jammert de oudste.
Ik zucht: 'de Efteling IS in de rij staan jongen.'
Echter laat hij zich niet bekeren. Er wordt geweigerd, wat nu?


Ik pak de plattegrond en zucht nogmaals, héél diep :'misschien als we toch nog langs de Fata Morgana gaan en dan via het Sprookjesbos naar de Pirana en dan..'
'Stop!' zegt papa de spelbreker, zijn hand standvast in de lucht als scheidsrechter met rode kaart, 'we gaan eerst even wat drinken'.
'Maar dan zijn wij helemaal nergens in geweest,' jammeren de kinderen.
'Misschien zijn de rijen straks wel weg,' sust papa.


Ik krijg een time-out. Moedeloos laat ik mij voortduwen door man, kinderen en buggy, zonder plan, zonder kaart, zonder protest. Terwijl de kids naar de Polka Marina rennen word ik op een terras geplaatst.
Ik kijk naar de troebele wolken die langzaam wijken voor fonkelende zonnestralen. Ik sluit mijn ogen, richt mijn gezicht naar de zon. Fuck de Efteling ook maar.


Het geluid van tikkend glas haalt mij uit mijn staat van onverschilligheid.
Een beslagen Corona pal voor mijn neus.
'Het meest dichtbij de Pirana dat we ogenschijnlijk vandaag gaan komen,' grapt mijn man.
We drinken, genieten van warme zonnestralen en van onze 3 gierende ronddraaiende kinderen samen in één bootje.
Vandaag zal de Efteling niet meer worden dan een veredelde dure speeltuin.
Ik bespeur een lichte mate van berusting.


Tenslotte gaat het om de wedstrijd, niet om de overwinning.