Incompleet
De blik in haar ogen ken ik niet, het is meer dan vragend, bijna bestuderend.
Alsof ik een bijzonder zeldzaam object ben.
Ik ben je moeder hoor, wat kijk je nou?
Het kan mij niet schelen, ik huil.
Warme volle tranen glijden over
mijn wangen.
Ik wrijf in mijn ogen, het helpt niet, ze blijven maar komen.
Voor het eerst in haar leven is Eef sprakeloos, ze blijft mij aanstaren, zonder woord.
In mijn witte badjas zit ik op de bank genesteld, dicht naast de
verwarming en dicht naast Job.
Een van mijn overgebleven kinderen, ik druk hem stevig tegen mij aan.
Bart is zojuist weggereden, met Fientje op de achterbank.
Ik heb trouw mijn moederrol vervuld, naar haar gelachen en enthousiast gezwaaid,
want het is tenslotte geweldig om een weekje bij opa en oma te logeren.
Maar zodra het portier werd gesloten heb ik mij gauw verscholen achter het gordijn waar ik in alle stilte mijn innerlijke tweestrijd een plekje kan geven.
Bij voorbaat verbeeld
ik mij haar droevige gezichtje.
'Mama weg?' vraagt ze verward, verlaten en alleen.
Al snel worden mijn glijdende tranen bijgestaan door zacht gesnik.
'Wat is er mama? Waarom huil je?' probeert Eef nu voorzichtig.
Job zegt
niets. Hij kijkt van mij naar de televisie, dan weer naar mij en wederom naar de televisie. Een jongen is soms net een man.
'Ik mis Fientje,' probeer ik rustig, maar het komt er heel anders uit.
Als een klein kind, snikkend en zeurderig, dat haar
zin niet krijgt.
'Dat heeft mama altijd de eerste dag.'
Eef is onder de indruk, doch licht geamuseerd.
'Ik heb nog nooit een mama of grote mens zien huilen,' redeneert ze vanuit uiterst objectieve invalshoek.
Het is net
alsof ik in de spiegel kijk. De zelfde gedistingeerde blik, de zelfde verontwaardiging.
Hangend voor een film op de bank, een komedie nota bene, terwijl mijn moeder haar neus snoof en tranen weg depte.
'Jezus mam, doe eens normaal man!' luidde mijn
oordeel streng.
Dochters zijn nou eenmaal hard voor hun moeders, eerlijk en recht voor de raap.
'Wacht maar,' klonk haar vermanende stem, 'wacht maar tot jij zelf hebt gebaard.'
Job kijkt nog eens naar mij , dan weer naar de
televisie.
Zijn gezicht vertrekt.
Onverhoeds klinkt zacht gejammer naast mij, zielig gekweld ingehouden gejammer.
'Ik mis Fiehien!' snikt Job nu.
De massahysterie is compleet.
Schokkende schouders op de bank.
Ik troost mezelf
door Job te troosten.
'Rustig maar ventje, het komt wel goed, we gaan heel veel plezier hebben op wintersport.'
Overluid gegrinnik vanachter de televisie. Eef is duidelijk afgehaakt.
Ze vindt ons maar twee rare snuiters.
Ik grinnik door mijn tranen heen.
'Als jij later groot bent Eef, mag jij ook al jouw kindjes bij oma achterlaten hoor.'
Meest recente reacties
mooi!
Leuk Bar en herkenbaar, in mijn geval van een tijd geleden. Weer heerlijk hoe je schrijft!
dank hiervoor, ik voel mij ook aardig leegezogen, uitgewrongen en opgebrand en kan het lezen van een mede "lijder" echt gebruiken nu :)
prachtig geschreven.