21. aug, 2014

Girlpower

'En nu allebei naar je kamer!' schreeuw ik genadeloos door de huiskamer. Het vuur des duivels dat in mij is opgelaaid blakert zwarte vlekken door mijn zicht. Ik kan nog net de kleine schokkende schoudertjes onderscheiden door de rokerige massa, gevolgd door een hartverscheurend gekrijs. Mijn kleine peuter is geschrokken, maar de twee aanstichters niet.
De gehele ochtend zijn ze spittend en zuigend op zoek geweest naar het verborgen ontstekinglont van mama, met succes. Ik sta in lichterlaaie.

 

Twee paar ogen slaan mij gade, zenden mij ieder hun eigen boodschap.
Het verongelijkte, boze, bruine paar stuur ik als eerste naar boven. Gevolgd door het vochtige blauwe 'ik -ben -toch -super-onschuldige' paar. Beide oogmerken hebben geen uitwerking meer op hun doorgewinterde moeder. Door de zware expeditiejaren heen heb ik voldoende immuniteitskaarten weten te bemachtigen. Ik pak mijn peutertje op en neem haar op schoot.
'Ach, ben je geschrokken?,' vraagt mijn schuldbewuste stem terwijl ik haar voorhoofd kus.
'Mama niet boos meer?' probeert ze voorzichtig.
Ik krimp ineen, deze kaart had ik nog niet bemachtigd, een ware collector's item.
'Nee,' antwoord ik zacht, 'mama niet boos meer.'
Maar mama voelt zich nu wel héél slecht, moe en chagrijnig.

 

Ik weet niet wat het is vandaag. Het leven voelt zwaar en de kinderen zijn irritant. Misschien moet ik er even tussenuit? 'Drankje doen vanavond?' app ik een vriendin. Verwachtingsvol staar ik naar het schermpje van mijn IPhone. Het licht niet op, een reactie blijft uit.

 

Later op de middag vallen de kwartjes.
'Ik ben ongesteld en de wereld vergaat...'
Vlak nadat mijn duim de 'stuur' knop heeft losgelaten ontvang ik al een antwoord. Mijn man stuurt mij een smiley. Ik kijk ernaar, met afweer.
Er valt helemaal niets te smileyen.
Ik ben ongesteld, heb door hem drie kinderen gekregen die ik in goede tijden heb beloofd om vandaag mee naar het zwembad te nemen, terwijl hij lekker op zijn werk zit.

 

Bij het zwembad aangekomen is het plaatje volledig rood ingekleurd.
Ik ben geen goede moeder, ik heb geen echte vrienden meer, mijn werk doe ik half bakken en als schrijfster volledig mislukt.
Nu alleen nog even de dag doorkomen...

 

Met hangende schouders leg ik de zwemspullen in het gras en trek voorzichtig mijn kleding uit. Het voelt koud, de wereld voelt grauw en koud. Mijn zelfvertrouwen is tot een dermate dieptepunt gezakt dat ik in 'my state of mind' niet meer met bikini het water in durf. Ik hang rond, onder mijn donkere wolk, langs de rand van het het zwembad terwijl de kinderen zich begeven in het -voor mijn gevoel- ijzig koude water.

 

Tot mijn grote afschuw zie ik in mijn ooghoeken hoe ik door een groepje vrouwen word gadegeslagen. Ik voel mij hoogst ongemakkelijk en check mijn bikini. Is het te zien? Of staat er soms mislukkeling op mijn voorhoofd geschreven? Zou ik het uitstralen? Ik wil weg, weg van het zwembad, weg van deze dag. Het liefst zou ik onder een warme deken kruipen en mij verstoppen.

 

'Mag ik iets vragen?'
Een van de vrouwen spreekt mij aan, hardop, te hardop om te negeren. De rest van de groep kijkt gezellig mee. Mijn hart klopt, onbewust zet ik een stapje naar achteren.
'Ja hoor,' mijn stem klinkt buitenadem, kortademig als een hoogzwangere vrouw.
Ze neemt geen moeite om uit haar stoel te komen, lost het schot vanuit haar zithouding.
'Waar heb je die bikini gekocht?' klinkt haar uiterst vriendelijke stem.

 


Totaal van mijn stuk gebracht staar ik haar aan. Dit was niet de vraag die ik had verwacht.
Ik knipper met mijn ogen en denk even na. Ik begeef mij in het pashokje waar ik de bikini heb gepast. Het prijskaartje viel tegen, maar de afwerking was perfect. Geen strakke lijnen in de te slappe huid. Opgetogen vertel ik haar het merk en de naam van de winkel.

 

'Op een gegeven moment kom je op een leeftijd dat je daarin moet gaan investeren. Dan kom je niet meer weg met een H&M-etje.' neig ik mijzelf te verantwoorden.
'Nou, dat is dan in jouw geval nog totaal niet nodig, jij ziet er echt goed uit!' De groep knikt instemmend, staan haar bij.
Ik glunder.

 

Ik voel hoe de aarde zich opwarmt, hoe de donkere wolken in ene verdwijnen. Hoe de wind mij warme woorden fluistert, mijn gezicht opfrist en mijn gedachten verlicht. Blijkbaar is er toch nog een sprankje hoop op deze wereld, op deze slepende zwaarmoedige dag.
Het liefst zou ik haar willen zoenen, willen knuffelen en heel hard 'dank je wel!' willen zeggen.
'Girlpower! ' willen schreeuwen of ' you realy made my day!'
In plaats daarvan glimlach ik vriendelijk, mompel opgelaten 'nou bedankt.'

 

Huppelend loop ik met mijn uitgelaten, lieve, te schattige kinderen naar de handdoek. In mijn tas tref ik mijn IPhone met opgelicht scherm.
'Pfft, ja graag, ik kan wel een borrel gebruiken, 20:00 doen?'
Ik grinnik.
'Je bent geweldig!' stuur ik terug.
En zo is het.