5. nov, 2014

Kamperen

Doorzichtige vlekjes op de autoruit. Het lijken net opengespatte fruitvliegjes, een wazige gloed op het heldere glas. Het motregent. De rode wijzer van de snelheidsmeter loopt langzaam op, we naderen de snelweg, eindelijk. Ik nestel mij in de bijrijdersstoel, check voor een laatste maal mijn actielijstje, mijn tas, de kinderen, de schoenen en de jassen, slaak een diepe zucht en leun achterover. Alles onder controle.

 

In mijn hoofd maak ik graag lijstjes. Op papier overigens ook. Ik heb mij laten vertellen dat het een typisch 'vrouwendingetje' is. Niet meer dan een tool om het veelal overmatige gevoel van verantwoordelijkheid cq bemoeienisdrang van menig vrouw in onder te brengen. Ik houd van lijstjes, heb ze lief. Dag in dag uit ondersteunen zij mij, beloven mij iedere keer opnieuw dat mijn leven wel degelijk controleerbaar is. Ik blijf ze trouw.
Zo nu en dan moet ik ze terechtwijzen. Wanneer een overmatig aantal actiepunten ruziet en opdringt op papier, wanneer ze schreeuwen om aandacht, concurreren op prioriteit of vechten om de fel begeerde 1ste plek. Met een brandend verlangen smachten zij naar een soepele afrondende krul, een kort vinkje of simpelweg een ordinaire streep.

 

Het weekendje op stap met het gezin-lijstje was snel gemaakt. Een kwestie van knip -en plakwerk, opvolgen van de standaard. Toch blijft manlief zich iedere keer verbazen over de hoeveelheid bagage. Mijn antwoord is inmiddels ook gestandaardiseerd:'het is precies evenveel als afgelopen keer, pak jij het volgende keer maar zelf in als je het beter kunt.'

 

Terwijl de witte wegdekstrepen versnellen, samensmelten tot een oneindigende lijn, vertroebelen toenemend regendruppels ons uitzicht.
Ruitenwissers springen aan, maken korte metten met de stroperige massa op de vooruit. We betreden de snelweg met heldere glazen, een georganiseerde auto en een scherpe blik, klaar voor een weekendje avontuur. Kamperen op een heuse boerderij.

 

Vanuit de bijrijdersstoel bestudeer ik de meedrijvende wolken.
'Heb jij je regenlaarzen meegenomen?' check ik bezorgd bij de bestuurder.
Zoals gewoonlijk deelt mijn man geen bezorgdheid, is zich van geen kwaad bewust. Met korte broek en korte mouwen zit hij grijnzend achter het stuur. Zijn hoofd, verloren in de galmende muziek, deint ritmisch op en neer. Vanuit de bijrijdersstoel stel ik in gedachten alweder het volgende lijstje op.
Ditmaal wordt mijn top 3 'meest irritante eigenschappen van mijn partner' aangevuld.
Onder mijn uitverkoren nr.1 'relaxen op de meest onmogelijke momenten.' voeg ik aan het ruime assortiment van voorbeelden als 'aan tafel rustig de krant lezen tijdens de ochtendspits' de regel 'in de vakantie stop ik met denken' toe.

 

Ik por hem uit zijn roes en herhaal mijn vraag.
Geïrriteerd kijkt hij mij aan, geen noemenswaardig onderwerp.
'Daar zou jij toch aan denken? Jij hebt toch een lijstje gemaakt!?'

 


De rest van de reis vervolgen we in stilte, ondergaan de wolkbreuk in stilte, bereiken onze bestemming in stilte. Lang leve de portable cd schermpjes met individuele koptelefoon.
Gelukkig stonden deze wel op mijn lijstje.

 

 

4. nov, 2014

Kamperen (deel2)

Glamping is het nieuwe verantwoorde kamperen. We vertellen de kinderen (en onszelf) dat we gaan kamperen in een heuse tent. Als ware natuurliefhebbers wagen we ons op het platteland, helpen de boer, de boerin en de dieren. Scheppen stront en voelen ons voldaan. 
Na een dag hard werken trekken we ons terug in onze primitieve accommodatie, waar we onder de warme douchestralen onze ongekende spieren masseren, met badjas in de keuken een ingetogen drie gangen menu bereiden om vervolgens vermoeid en voldaan ons krakkemikkige steigerhouten bed te betreden met boxspringmatras. 
'Het wordt behelpen, wellicht afzien, maar de natuur zal dit rijkelijk compenseren in haar schoonheid en rust,' luidde mijn boekingspleidooi.

 

De boer staat al te wachten bij aankomst, een vriendelijke groet.
We parkeren de auto in de modder en openen het portier voor onze 'her op te voeden' stadskindjes. Het boerse leven groet ons in overvloede, komt ons doordringend tegemoet.
'Oh, wat ruik ik mama? Het stinkt!' roept mijn 2-jarige peuter.
Terwijl ze met haar ene hand haar neus dichtdrukt wenkt ze mij met haar andere om haar op te tillen. 
Met het schaamrood op mijn kaken geef ik de boer een hand terwijl mijn peuter een serieuze poging doet om de boer te vragen wat er nou precies zo stinkt.
De boer glimlacht en leidt ons naar onze tent.

 

In de tent hangt een vreemde, weeïge citronella lucht. De kinderen lijken niets op te merken, als losgelaten aapjes beklimmen ze gillend het ingebouwde steigerhouten speelhuis. Vanaf het moment dat ze de tent betreden vindt een interne transformatie plaats. Van kinderen die beschikken over ruim voldoende communicatieve vaardigheden, zich kunnen uiten op een degelijke constructieve wijze, lijken zij prompt allen gebukt te gaan onder een selectieve spraak-taalstoornis. Het gehoor valt uit waarna enkel met handen en voetenwerk, bijgestaan door luide ondefinieerbare kreten, gecommuniceerd kan worden.
'HEB JIJ DIT BED AL GEZIIEEN, WOEHOE!!?? COOOHHOOEELL HÈÈÈ, EEECHT VET, AAHAA!' joelt mijn oudste terwijl ze haar broertje er bij zijn haren opsleurt.
Ik besluit mijzelf wijselijk af te sluiten, open alle plastic ramen en tentdeuren en inhaleer de frisse mestlucht. Het zal vast heel gezond zijn.

 

Met een kruiwagen brengt manlief de bagage naar de tent.
'Dit is wel het echte boerenleven!' kraai ik uitgelaten terwijl ik de flessen wijn en borrelhappen in de elektrische ijskast zet. 'We gaan hier echt tot rust komen, dit weekend zal ons goed doen!'
Ik prijs mezelf dat ik zo compleet ben voorbereid, het zal ons aan niets ontbreken, mijn lijstjes zijn goed gestandaardiseerd. Vandaag hoeven we geen boodschappen te doen, enkel te ontspannen.
'Toch wel fijn hè!?' hint ik richting man. Zijn rode hoofd lijkt druk in de weer met de bagage en kruiwagens.

 

Met een viertal regenlaarzen en 1 paar gympen verkennen we het terrein. De donkere dampende kalverenstal bezorgt een unheimisch gevoel. Wapperende staarten, bedekt met stront en vliegen. Zacht geloei. Geen daglicht, geen frisse lucht. Natte warme slijmerige snuiten snuiven nieuwsgierig aan de uitgestoken hand. Hier en daar een warme lik, een tong overdekt mijn gehele hand. 
Na het kippenhok zonder eieren, de melkmachine zonder melk, de ponyweide met pony en de varkensvilla met heel veel modder keren we met blozende wangen voldaan terug naar de tent.

 

De muziek gaat aan en manlief laat zich, nadat hij de borrel op de picknicktafel heeft geplaatst, met bier en bakkie chips uitgelaten zakken in de hangmat. Hij ontspant, ik nog niet.
'Eerst handen wassen jongens!' gil ik naar het kroost dat op de borrel afrent, 'en laat die laarzen maar buiten staan, die zal ik eerst even afborstelen.'

 

Afborstelen, koken, douchen, crèmen. De tenttafel omringt zich met een viertal frisse badjassen en 1 bevlekt shirt met korte mouwen. Vier glazen warme melk en 1 biertje, spelen een potje ganzenbord waarna al vroeg de ikea spots worden gedoofd. Ik ben moe. Het was even wennen, even in het ritme komen, maar morgen zal ik echt ontspannen.

3. nov, 2014

Kamperen (deel3)


De nacht was koud en levendig. Herhaaldelijk gezoem, getreiter, weerhield mij ervan om weg te glijden in de gewenste diepe slaap. Het vroege zijden ochtendlicht verloste mij uit mijn nachtelijke kwelling. De kachel aan, eitjes op het vuur. De dag zou positief beginnen.

 

De tenttafel omringt zich met een viertal gepokte hoofden en 1 glad gezicht.
'Ik heb heerlijk geslapen,' zoemt het gladde gezicht, 'het zal waarschijnlijk de buitenlucht zijn.'
Mijn zoontje, de rekenfanaat, kan zijn geluk niet op. Zijn dag kan voor het grootste deel gevuld worden met creatieve schattingen en calculaties van het grote aantal muggenbulten. De meest uiteenlopende realistische berekeningen worden erop losgelaten, alleen onze hoofden tezamen zijn al goed voor meer dan 125 bulten.
De kritische factor in zijn taxatie is mijn oudste dochter. Haar gehele oog is dermate gezwollen dat de bulten in aantal niet meer te tellen zijn. Na grondige overwegingen besluit onze wizzkid de megabult voor 15 punten door te laten gaan.

 

Na een kort doktersbezoek in een 'naast' gelegen dorp, een doosje allergiepillen en een tube insectenbetencreme is het zicht van mijn dochter enigszins hersteld.
De rest van de dag weet ik te vullen door het uitroeien van muggen. De definitie 'mug' wordt hierbij ruim aangemeten, het staat voor alles met vleugels of dat lijkt te vliegen in de tent.

 


Schuimbekkend sla ik met van alles dat binnen handbereik ligt om mij heen.
De eliminatie geeft een merkwaardig gevoel van voldoening, verzadiging.
Het is een sport geworden en de kinderen doen enthousiast mee.
Alle executiemiddelen zijn bij deze missie geoorloofd en kunnen worden ingezet. Tijdschriften, kleurboekjes, puzzels, pannen en meerdere vliegenmeppers. Ik ben tevreden over mijn troopers.
Tezamen vormen we een uitstekend bestrijdingsteam.
'Moet dit lieveheersbeestje ook dood mama? Oh laat maar, te laat...'

 

2. nov, 2014

Kamperen (deel4)

Kamperen heeft niet alleen een ontspannende werking, het is ook bijzonder leerzaam. We leren van alles over de merkwaardigheden en bijzonderheden van de natuur.
Muggen houden van licht. Muggen houden van kamperen.
Muggen zie je niet op steigerhout. En muggen houden blijkbaar niet van alcohol in het bloed.

 

Bij het slapengaan check ik nog een laatste maal de cabine van de kinderen. Bewapend met de Bobo open ik het gordijntje en sluip op mijn tenen naar binnen. Niks. Helemaal niks. 'Ze mogen komen hoor schat', gil ik naar mijn man, 'de kust is veilig'.

 

Na de kinderen volgen wij, samen met onze nieuwe vriend een fles Gigondas. Het is best gezellig zo, warm en knus, waarom doen we dit niet vaker?
Bij het doven van onze nachtlampen zucht ik overdreven: 'Wat een dag hè?' 
Terwijl hij zich omdraait op zijn zij haalt mijn man een ogenblik zijn schouders op.
'Ach, je doet het allemaal jezelf aan.'

 

'Pardon!?' abrupt spring ik op, klaarwakker en briesend als een wilde stier. Er komt nog net geen stoom uit mijn neusgaten. 'Kan IK er wat aan doen dat we hebben geboekt in een levende moordkuil?' 
Ik ben zo boos dat ik alle zeilen bij moet zetten om mijzelf ervan te weerhouden deze zoemer niet een flinke pats met de Bobo te geven. Wat denkt hij wel niet, komt overal in een gespreid bedje terecht, lekker makkelijk..
Maar hij zegt niets terug.
'Nou!??' probeer ik nog eens. De adrenaline stroomt door mijn lichaam. Wakker en alert, in de startblokken voor een verbale slachtpartij.
Wederom volgt geen antwoord, enkel zacht gesnurk. Hij slaapt, een diepe snurkende wijnslaap.

 

Na een klaarwakker uurtje, gevangen in een stroom van constructieve gedachten gevuld met intense haat, verzwelgende woede en intentionele pijnlijke wraakacties, hoor ik gezoem. Ik klik het licht aan en tref 3 levende muggen naast de dertig lijkjes boven mijn bed. Paniek! Waar komen zij vandaan?? Het beeld van mijn oudste dochter met twee gezwollen ogen, mijn peuter met wat lijkt een hevige vorm van de waterpokken en een zoontje met opengekrabde littekens, doet de leeuwin in mij ontwaken. Vannacht zal ik waken over het gezin!

 

De rest van de nacht vul ik met jagen, loeren, meppen, zuchten en steunen. Overige tactieken, zoals volledig onder mijn deken kruipen zodat mijn man de pisang is, werken niet helaas. 
Ze motten hem niet.
Rond 4:30 's nachts is het slecht met mij gesteld. Ik heb begrip vervaardigd voor de muggen.
'Ja, het is ook een eikel,' grom ik hardop, 'ik zou hem ook niet willen als ik jullie was.'
Het geeft berusting. In gedachten vul ik mijn top3 aan met 'moeiteloos in slaap vallen middenin een ruzie' en werk mijn gestandaardiseerde lijstjes bij met producten als Beets muggenzalf en klamboes. Met gerust hart val ik in slaap. Alles onder controle.