7. mrt, 2015

Skiën


De houding van een gekromde oma. Het beven en trillen geaccentueerd. 
'Waahaaa, ik durf nieeet!' grapt ze smalend.
Een bulderende aanmoediging. Bovenmatig enthousiast publiek.
Zij die vanochtend nog mijn cirkel vormden. 
Zij die zich vanochtend nog wisten te scharen, onder de noemer van 'warm gezin'.

 

 


Ik worstel, halverwege de rode piste. Met mijn ski's, mijn lijf en mijzelf.
Edoch ook van veraf zie ik het liggen.
Haar flitsende carrière, onverbloemd in 't verschiet.
Waarneembaar voor het oprapen in de smetteloze sneeuw. 
Opzichtig in haar zwartgalligheid.


Iedere houding wordt nagebootst, een volbloedig doorgewinterde komediante.
Iedere wending van haar moeder, uitvergroot tot een spottende karikatuur. 
Het publiek professioneel opgezweept. Aanstekelijk jolijt om hun verkrampte moeder. Hun partner, hun minnaar, hun straffer in 't verschiet. Proestend om haar knikkende knieën. Haar vallen en opstaan, haar gebrom en getier.
Mijn ijzige blik lijkt ondergesneeuwd...


Tig grijnzende bolletjes passeren mij, omzeilen mij soepeltjes op hun ski's. 
Lachen mij uit, ongegeneerd. Of moedigen mij aan, wel bedoeld.
Het is allebei even erg.


Vanaf halverwege de rode piste, zie ik scherp het overzicht.
Trek ik een weloverwogen conclusie: Skiën is stom en levensgevaarlijk. 
Eigen vertier speelt geen enkele rol. Enkel die van die ondankbare helmpjes. 
Bulkend en schaterend beneden in het dal.
Is sus mijzelf met de geruststellende gedachte. Ik stop, jij stopt, wij stoppen allemaal!
Mijn handdoek werp ik in de ring en mijn met angstzweet gevulde skipak een laatste maal de afgrond in.


In de dampende bruine Skistube, tikt de koekoeksklok reeds tegen vijven.
Blozende kinderwangetjes spelen zoetjes aan een spelletje, 
blozende halve liters vullen mij zoetjes aan met moed.
Het is gezellig en warm in de Stube.
We drinken, grijnzen en eten Erbsensuppe mit Bratwurst
'Ich bin wie duhuuu...!' galmt uit de vervallen jukebox.
Onze hoofden deinen gelaten mee.


Binnenin de bruinig dampende Skistube, weerleg ik mijn conclusie:
Ik houd van mijn warm vergenoegende gezin (en après skiën is werkelijk fantastisch!).
Gesterkt in een opgewarmd skipak vol hervonden moed, werp ik mijzelf opnieuw van de afgrond.


Met soepele benen trotseer ik de piste, met zwierige heupbewegingen trotseer ik mijn angst.
Het gaat goed! Deze berg zal ik pakken, deze dag memoreren en deze les zal ik ze leren.
Zo makkelijk komen ze niet van hun moeder af.


Met kloppend hart en een stralend gezicht, voeg ik mij trots bij mijn warme gezin.
'Zo jongens, wat is dat leuk hè, skiën!?'
Hun ogen staan hoopvol, hun status paraat.
'Kunnen we dan nu eindelijk van een echte berg af mam?!'